2-de generatie

Van de Hofstraat naar de hel

Simon Hartog Rudelsheim; geboren: 9 juli 1919 in Kampen, met geschatte overlijdensdatum: 31 maart 1944 in Midden Europa. Tot juli 1930 was Willem G. van Maanen zijn speelkameraad van de Muntschool. In 1932 is Simon waarschijnlijk naar het Stedelijk Lyceum gegaan. Hij begon op het Gymnasium en eindigde in 1938 met een H.B.S. diploma. Ik vermoed dat deze stap terug te maken heeft met "de viool". Simon was een gepassioneerd violist en moest derhalve zijn tijd verdelen tussen zijn studie en de viool. Hij deelde die passie met Joh. Kalter, winkelier in dames onderkleding en overbuurman; Oudestraat 101. Met dit diploma op zak vertrekt Simon naar Amsterdam om Medicijnen te gaan studeren. Zijn passie, viool spelen, kan hij uitleven in het studenten orkest M.U.S.A, het studentenorkest van studentenvereniging Unitas onder leiding van Nico Richter.

Zijn eerste adres op 12 september 1938 is de Zuider Amstellaan 96 III, hij verhuist dan op 15 juni 1939 naar de Zuider Amstellaan 244 II. Op 25 september 1939 komt Siep inwonen bij zijn oom Jacob Simon. Op 24 augustus 1942 is Simon spoorloos en oom Jacob doet een melding van vermissing bij de Politie Amsterdam. Op 31 augustus meldt oom Jacob dat Simon terecht is: Westerbork!

Simon staat in Kamp Westerbork geregistreerd op 29 augustus 1942 en is op 4 september 1942 op transport naar Auschwitz gedeporteerd. In Cosel wordt Simon uit de trein gehaald, getransporteerd naar St. Annaberg (doorgangskamp) en daarna voor dwangarbeid te werk gesteld in Fürstengrube als ‘sanitäter’. Beide plaatsen liggen in Boven Silezië c.a. 30 km verwijderd van Auschwitz. Simon is mogelijk met het ziekentransport van 12 maart 1944 rechtstreeks overgebracht naar Auschwitz Birkenau. Of al op 15 Januari 1944 met een ziekentransport van Fürstengrube naar St. Annaberg en daarna op 31-03-1944 overgebracht naar Auschwitz-Birkenau. Aldaar is hij dan ‘abgespritzt’ of vergast per 31-03-1944.

De persoonskaart van Simon bij de Joodse Raad bevat de aantekening: "Joh. Kalter". Ik neem aan dat Joh. Kalter (Oudestraat 101) vermeldt staat als tussenpersoon voor berichten naar Harry en Greet. Medio 1942 werden alle telefoonabonnementen van Joden opgeheven, dus ook die van Harry en Greet. Oom Jakob had een z.g. "Sperre" als arts en kon mogelijk daarom zijn telefoonabonnement behouden. Eerder dat jaar mochten Joden al geen gebruik meer maken van de openbare telefoon inrichtingen.