Betekenis gereformeerd verzet voor de Kamper Joden:
Vooroorlogse periode:
Gereformeerde inspiratiebronnen:
. De gereformeerde kerkleer zag de Joden als diegenen die christus hadden vermoord: "Zijn bloed kome over ons en onze kinderen": Matteüs 27:25. Die 'godsmoord' door de Joden, betekende dat zij hun 'bevoordeelde' positie als uitverkoren volk hadden verloren en welke vervolgens [uiteraard] werd overgenomen door de christenen.
. Binnen de gereformeerde kerk bestond een stroming van 'bevindelijken' (m.n. te vinden in de 'Bible Belt'). In die kringen waren de Duitsers: De roede in gods hand om Nederland te strafffen voor de zonde. Ook Kampen is/was onderdeel van die 'Bible Belt'.
. Ook al was, binnen deze groep, de NSB een "heidense stroming", er bestond sympathie voor het autoritaire leiderschap van de fascisten tegen het rode gevaar van socialisten en communisten. Zie ook de notulen van de geref. kerk uit 1933. Calvijn, dè leermeester binnen protestantse en gereformeerde kringen, verkondigde zelfs dat ook een tyrannieke overheid gehoorzaamd moet worden. Verzet hiertegen, zou ook verzet betekenen tegen de voorschriften van god.
Gereformeerd verzet:
Bezien vanuit het perspectief van de (Kamper) Joden:
. Prototype voor dit verzet is Marinus Post. Nadat Post lange tijd Joodse onderduikers had gehuisvest en werd verraden, overviel Post (gewapend) distributiekantoren. Post afkomstig uit Hollandscheveld, kwam pas in 1940 in Kampen terecht: een buitenbeentje in die 'Bible Belt'.
. Roelof Jan Dam: de z.g. ziel van het verzet in Kampen. Vanaf 1941 actief in de ondergrondse A.R.P. Een groepering die vooral met zichzelf en de toekomstige positie in de samenleving druk was, dan met daadwerkelijk verzet. Hij werkte voor de Landelijke Hulp aan Onderduikers en de Landelijke Knokploegen (de L.O.). Onduidelijk is en blijft wat hij dan concreet heeft gedaan. In het voorjaar 1943 werkt Dam mee aan een manifest in Trouw: "De vijand heeft thans het masker volledig afgeworpen". Let wel: dit manifest verscheen pas nà en in verband met de verplichte 'Arbeitseinsatz' (oftewel: de Nederlansche Arbeids Dienst = N.A.D.) voor Nederlanders tussen de 18 en 35 jaar alsmede i.v.m. het opnieuw krijgsgevangen nemen van de in 1940 vrijgelaten Nederlandse soldaten, waardoor de eigen gereformeerde kring nu in het gedrang kwam. In datzelfde voorjaar van 1943 op 15 April wordt Overijssel 'Judenfrei' verklaard. Waren dan de, toch ook voor hem kenbare, Joden-deportaties en de Februari-staking volledig aan hem voorbijgegaan? Zijn eigen - en naaste buurman, Ruben van Boele, werd in 1942 toch ook tewerkgesteld, gedeporteerd en vermoord?
. Recent kwam ik in het bezit van een interview d.d. 5 maart 1947 met dhr. D.J. Buwalda, leider van het verzet in Kampen en docent klassieke talen aan het Gereformeerd Gymnasium te Kampen. Door een kenner van de naoorlogse gereformeede Kamper gemeenschap getypeerd als 'steil gereformeerd'. Op blz. -3- van dit interview wordt dhr. Buwalda op de volgende vraag voorgelegd: "Zie ik het goed, dat juist die N.A.D. een van de punten was voor de oprichting van de L.O.?". Het antwoord van dhr. Buwalda bevestigt bovenstaande, reeds geconstateerde, onverschilligheid t.o.v. het lot van o.a. de Kamper Joodse gemeenschap vanuit het gereformeerde verzet: " Ja, dat sprak meer [aan] dan de Joden. Ds. Slomp wees ons telkens op het groote belang ook voor de Joden, maar persoonlijk hebben wij er niet veel aan gedaan". Er werd er dus bewust, d.w.z. ondanks de maningen van ds. Slomp, niet veel aan gedaan! Ziehier: Het interview met dhr. Buwalda blz. -3- . Douwe Jan Buwalda (1907-1987) werd in 1946 benoemd tot lector in het nieuwtestamentisch en oudchristelijk Grieks aan de Theologische Hogeschool in Kampen.
. Van de momenteel bekende Kamper verzetplegers met een gereformeerde achtergrond zijn er 5 die aanwijsbaar iets voor Joden betekent hebben in de periode '40 - 45': Marinus Post, Hilbert van Dijk, Hendrik Bos, Arend Eshuis en Bertus Bouhuijs. Dat is 56%. Van de 10 niet-gereformeerde momenteel bekende verzetplegers zijn er 9 die iets voor Joden betekend hebben in die periode: Albert van Oosterbrugge, Willem van Oosterbrugge, Louw van Eekeren, Jan Urban, Dirk Smit, de fam. van der Klip Louis Bordewijk, Dina Meijster-Hanekamp en Jans van de Berg-Hanekamp. Dat is 90%. Gezien de eerder genoemde gereformeerde inspiratiebronnen, een verklaarbaar verschil.
. Joodse onderduikers doken na de bevrijding in Kampen ook op bij de fam. Ekkel in de Heilige Steeg, bij Abraham Wolters (Brammechien Druk) in de Heilige Steeg en mevr. Poortenaar - Meijer aan de Buitensingel. Geen van hen religieus en de eerste twee onbekend en bepaald niet-gereformeerd!
Conclusies en stellingen
Conclusies uit het voorafgaande:
. Effectief gereformeerd verzet kwam pas opgang nadat de eigen kring gevaar liep gedeporteerd of wederom geïnterneerd te worden. Het voorspelbare lot van de Joden werd bewust genegeerd;
. Verzet van niet-religieuze zijde ten behoeve van Joden deed niet onder voor dat van gereformeerde zijde en was met name in Kampen zelfs relatief groter;
. Er zijn meerdere onbekende personen en families in Kampen geweest die Joden onderduik hebben verleend, meer onderzoek dienaangaande zou op zijn plaats zijn.
Stellingen:
. Bemoeienissen van gereformeerde zijde met de restanten van de voormalige Kamper Joodse gemeenschap is zondermeer kwetsend en stuitend te noemen, gezien het tot op heden verzwegen weigeren van hulp van dit georganiseerde gereformeerde verzet aan die Kamper Joodse gemeenschap in de periode 40 - 45;
. Geschiedschrijving omtrent de Kamper Joden is te anekdotisch en te christelijk gekleurd;
. Deze geschiedschrijving gaat mank aan idealisering, versluiering en romantisering;
. Bij een adequate geschiedschrijving omtrent de Kamper Joden, dienen in de toekomst vooral niet-gereformeerde professionals betrokken te worden.
Antwoord op de hamvraag:
Mijn antwoord op de hamvraag (hoe kon het desondanks gebeuren dat 34 Joden in november 1942 werden beroofd gedeporteerd en vermoord) vond ik in een bericht aan mij van Pieter Sierksma, de kleinzoon van agent Pieter Kapenga en auteur van het boek “Mijheer dat weiger ik” dat onlangs verscheen.
Van de 35 Joden die in het door gereformeerden gedomineerde Kampen gewoond hebben kon er slechts èèn onderduiken met zijn niet-Joodse vrouw, met hulp van de gereformeerde agent Pieter Kapenga. Dat was de tandarts Izzy Polak.
Afgezien van de nieuwkomer in Kampen (mei 1940), Marinus Post, was gereformeerd Kampen blijkbaar destijds onverschillig voor het lot van diegenen die zich niet ‘bekeerd’ hadden en dus niet tot de eigen club behoorden. Maar niet slechts destijds was men onverschillig in het door gereformeerden gedomineerde Kampen. Zelfs nu èn tot op de dag van vandaag blijkt de Kamper gemeenteraad onverschillig ten opzichte van de door ambtenaren en bestuurders van Kampen destijds aangerichte materiële schade.